Wat vind jij van windmolens in de stad? En mag ik vragen hoe oud je bent?

Windmolens in de stad. Moet dat echt? Het is een vraag die de gemoederen goed bezighoudt.

Op 14 januari vergadert de Raadscommissie over de regionale energiestrategie (RES). Daarin staat dat Amsterdam in en rond de stad voor 80% wil in 2030 voorzien in de stroomvraag van Amsterdamse huishoudens. Dat lukt niet alleen met zonnepanelen. Daar zijn ook ca. 17 windmolens voor nodig. Een deel van die molens komt binnen de stadsgrenzen te staan.

Willen Amsterdammers dat wel?

Ja. Uit onderzoek van de gemeente Amsterdam blijkt dat een meerderheid van de bewoners van Amsterdam positief is over extra windmolens in de stad. Wat wel meespeelt is leeftijd.

Ben je onder de 34? Dan is de kans groot dat je een voorstander bent van schone, lokale energie uit wind. Je hebt je leven nog voor je, je hebt misschien al kinderen of een kinderwens. Je realiseert je wellicht meer dan ouderen dat we alle mogelijkheden die we hebben moeten aangrijpen. Ben je 35 of ouder? Dan is statistisch gezien de kans groter dat je kritischer bent. Of tégen. Ben je boven de 65? Dan is die kans nóg groter. In de groep tot 35 jaar is 82% positief over extra windmolens in de stad en 13% negatief. Onder de 65+ers is dat 50% versus 32%.

Onze positieve houding verandert als ze té dichtbij komen

Dat zie je bijvoorbeeld op IJburg, één van de zoekgebieden van de gemeente voor windenergie. De gemoederen lopen er hoog op. Ongeruste bewoners spreken deze week massaal in bij de Raadscommissie. De discussie over een veelomvattend plan om klimaatverandering tegen te gaan lijkt daarmee teruggebracht tot de vraag of we voor of tegen Amsterdamse windmolens zijn.

Zeven zoekgebieden voor windmolens in en rond Amsterdam

Waarom zetten we ze niet in de polder?

Een stad heeft haar ommelanden nodig: niet alleen voor voedsel. Ook een groot deel van de energievraag zal van buiten blijven komen. Maar de Zaanstreek zit niet te wachten op windmolens van Amsterdam. Elk dorp en elke stad zal de mogelijkheden díe er zijn moeten aangrijpen. Net zoals elk gezinslid zijn eigen vieze sokken in de wasmand moet doen.

De stroom die de molens opwekken gaat niet naar buitenlandse datacenters. Maar naar Amsterdamse huishoudens. Samen met heel veel zonnepanelen kunnen we 80% van de elektriciteit opwekken die we zelf, thuis gebruiken.

Waarom zetten we ze niet op zee?

De windmolens zijn er groter, de wind waait er harder. Als ze maar ver genoeg in zee staan merk je er niets van.

Als we de enige stad in Nederland waren, dan zou dat een goed plan zijn. Geef de windmolens maar aan de bruinvissen en wij leven vrolijk verder. Maar het is een onhaalbaar plan als elk dorp en elke stad zo denkt. Dat past niet. Zelfs een megalomaan plan als An Energetic Odyssey, een visualisatie van 25.000 windmolens op zee, laat zien dat ook dát niet genoeg is. We zullen dus alle zeilen moeten bijzetten: het is niet óf óf. Het is én én.

Er is nog iets: zichtbaarheid zorgt niet alleen voor weerstand, maar ook voor bewustwording. Met 17 windmolens gaan we de wereld niet redden, maar lokaal doet het wél wat. We laten elkaar en de omgeving zien dat we onze verantwoordelijkheid nemen. En dat we zelf iets kunnen doen.

Het worden onze molens

De gemeente Amsterdam geeft Amsterdammers en energiecoöperaties de kans om de windmolens zelf te ontwikkelen en te beheren. Een aantal coöperaties richtte daartoe Amsterdam Wind op. Via die coöperaties kan elke Amsterdammer meedoen. Samen met omwonenden gaan ze kijken naar waar, hoeveel en hoe groot. De buurt profiteert direct mee, want een deel van de inkomsten komt in een omgevingsfonds. De omwonenden kunnen zelf aangeven waarvoor ze dat willen gebruiken.

In het Financieel Dagblad stond de afgelopen week een opmerkelijk verhaal over een windmolen in het Friese dorp Redezum. Die staat er al 20 jaar. Bewoners waren mede-eigenaar. De opbrengst van de molen ging naar zonnepanelen, isolatie, een schoolbusje en lantaarnpalen met ledverlichting. De bewoners zijn van hun molen gaan houden. Ze willen een nieuwe, een grotere, maar stuiten op de nieuwe regels van de provincie.

Ja, maar wij wonen in de stad

Waar al zó veel wordt gebouwd. Waar het nooit stil is. Dus natuurlijk voel je weerstand: dezelfde weerstand als wanneer iemand je vertelt dat er een snelweg komt. Of een nieuwe woonwijk. Er verandert iets in je leefomgeving. Je bent bang dat je huis minder waard wordt, of dat je straks wakker ligt van de wieken. Maar, of dat zo is bepalen we grotendeels zelf. Als we trots zijn op onze eigen energievoorziening kunnen de prijzen van woningen juist stijgen.

De Correspondent haalt in Factcheck: Windmolens veroorzaken gezondheidsschade bij omwonenden een onderzoek aan van de Universiteit van Auckland: zestig mensen worden bloot werden gesteld aan de geluiden van windmolens. De ene helft van de deelnemers hoorde van tevoren een positief verhaal over de therapeutische werking van het geluid, de andere helft een negatief verhaal over de effecten van het geluid. De uitkomst? De mensen die het negatieve verhaal hadden gehoord, kregen last van gezondheidsklachten, terwijl de deelnemers die het positieve verhaal hadden gehoord zich juist beter voelden.

Oftewel, het geluid van de wieken kan ons ook geruststellen. Wie van de zee houdt ligt niet wakker van de branding. Coöperatieve windmolens zijn geen stinkende, vieze snelweg waar je niets over te zeggen hebt. Of waar je niets aan hebt omdat je niet eens autorijdt. Ze dragen bij aan de oplossing van een probleem waar we allemaal verantwoordelijkheid voor dragen.

We kunnen er ook voor kiezen om van onze molens te gaan houden

Ze wekken onze eigen energie op, ze zorgen voor inkomsten waarmee we de buurt gezelliger maken, de natuur versterken, onze woningen isoleren, of wat we maar willen. We bepalen zelf waar de opgewekte stroom naartoe gaat, hoe we overlast beperken, waar de winst naartoe gaat en wat de prijs van de stroom zal zijn. Ze geven ons bovendien de kans om van energie een lokale voorziening te maken, in plaats van een commercieel product.  Een voorziening waar we zelf iets over te zeggen hebben. Waar we allemaal recht op hebben.

Van not in my backyard kunnen we maken: ‘hoe gaan we het doen, in onze achtertuin?’

8 antwoorden
  1. Koen
    Koen zegt:

    Ik ben 60 en al jaren een groot voorstander van windenergie. Ik heb zelf vaak op bergwandelingen onder windmolens geslapen. Daar is het namelijk vlak. Nooit last gehad van het gezoem. Geen dode vogels gezien. Geen nieuwe fabels gecreëerd. Windmolens is een van de mogelijkheden om tegen redelijke prijzen bij de dragen aan de oplossing voor de urgente klimaatramp die op ons af stormt! NB: de subsidies die nu in fossiele energie zit in een veelvoud van de subsidies op windmolens: belasting vermijding, biomassa bijstook, e.d.

    Beantwoorden
  2. Marnix Kerkhoff
    Marnix Kerkhoff zegt:

    WindTURBINES zijn zware industriële machines die veel geluid en schade aan mens en dier aanrichten. Zeker niet in een stad plaatsen dus, dat is waanzin!

    Het buitenland weet inmiddels door schade en schande wijs geworden dat ze minstens op 1500m/10x ashoogte van woningen en natuur horen. Zoals het Ministerie EZK inmiddels ook weet, is er meer dan genoeg plek op zee. Ook vanuit het voorzorgsbeginsel gezien!.

    Dus: zet ze op zee zonder betaling van miljoenen/miljarden aan subsidies. Die verdwijnen slechts in de zakken van (vaak buitenlandse en rijke) investeerders en zij op zee overbodig.

    Beantwoorden
    • Aukje van Bezeij
      Aukje van Bezeij zegt:

      Dag Marnix, het zijn koude kille machines, dat ben ik helemaal met je eens. Maar gelukkig stoten ze geen fijnstof uit, geen CO2. Geen stank. We kunnen uiteraard niet al onze energie opwekken in de stad. We moeten dus samen in overleg. Wat kunnen we wel dragen? Hoe houden we de stad boven water? Hoe zorgen we ervoor dat al die (jonge) mensen – die zich juist daar zorgen over maken en daarvan wakker liggen – ook worden gehoord? Hoe gaan we het doen? We zullen alle creativiteit en kritische meedenkers van onze mooie stad nodig hebben. Volgens mij zijn we begonnen!

      Beantwoorden
  3. A. Wijs
    A. Wijs zegt:

    Beste Aukje, beste Koen,
    Een paar opmerkingen over wat ik in het artikel en in het commentaar hierboven voorbij zag komen.
    1) “rustig geslapen onder windmolen”: interessant. Toch zijn er veel mensen die ernstige hinder tot regelrechte gezondheidsschade ondervinden van het geluid, met name van het laagfrequente onhoorbare geluid. Dit is goed gedocumenteerd, beslist geen fabel.
    2) “dode vogels”: ook dit is beslist geen fabel, eveneens goed gedocumenteerd (zie bijvoorbeeld Vogelbescherming), er komt steeds meer naar boven nu er meer onderzoek naar gedaan wordt. Ook veel insecten worden de dupe van de wieken, evenals vleermuizen.
    3) “Hoe houden we de stad boven water?”: Geen paniek: de zeespiegel aan de Nederlandse kust stijgt al 150 jaar een klein beetje, ongeveer 1,8 mm per jaar, en dat gebeurt al 150 jaar in hetzelfde tempo. Er is geen sprake van een versnelling, laat staan van een hockeystick-curve. Zegt ook Deltares, het Nederlandse onderzoeksinstituut. Die leggen tevens uit dat een deel van die 1,8 mm per jaar komt door bodemdaling (en dus niet door zeespiegelstijging en dus ook niet door klimaatverandering).
    In het kort: Ja, er is wat klimaatverandering, CO2 speelt daarbij een rol, maar hoogstwaarschijnlijk bij lange na niet de dominante rol die eraan wordt toegeschreven. Het grootste deel valt waarschijnlijk toe te schrijven aan natuurlijke fluctuatie. En voor zover klimaatverandering al een probleem is, is er geen reden voor paniek: geen toename van extreem weer, geen signaal van gevaarlijke zeespiegelstijging. Dus ik zeg: prima om te zoeken naar alternatieve energiebronnen, maar geen paniek, niet blind zijn voor de nadelen van diverse “duurzame” opwekkingsmethoden, en niet obsessief focussen op zon en wind. Vooralsnog is kernenergie mijn favoriete alternatieve bron.

    Beantwoorden
    • Aukje van Bezeij
      Aukje van Bezeij zegt:

      Dag A.
      Misschien komt het omdat ik uit Noord-Holland kom. Ik was er dit weekend weer om te schaatsen. Daar plaatste je een paar jaar geleden nog zonder al te veel poeha een windmolen. Mijn moeder bleef rustig doorslapen. En ik ook, als ik daar af en toe nog een weekend doorbreng. Toen de kinderen nog kleiner waren gingen we zwemmen en legden we onze handdoekjes aan de voet van de molen. Tuurlijk, dan hoor je de wieken, en zie je de slagschaduw. Maar als het kon sloot ik graag even de ogen en was weg. In Friesland kampeerden we op een natuurkampeerterrein, naast een windmolen. Zelfde verhaal: zwemmen aan de voet van de molen en ’s nachts slapen in ons tentje. Geen geluidsisolatie ;-). Ik heb er niet eens op gelet. En ik denk dat dat de crux is. We zijn er op gaan letten. En we gaan er steeds meer op letten. Of we ze horen. Of we dan nog wel slapen. Of we klachten krijgen. En dus hebben we dat nu serieus te nemen.

      95% van de wetenschappers voorspelt weinig goeds als we niet binnen tien jaar een drastische daling van de CO2-uitstoot realiseren. Ik hoop met u dat ze ongelijk hebben. Dan hebben we nog wel even de tijd om aan kerncentrales te bouwen enzo. Maar ik kies ervoor om die grote meerderheid van wetenschappers serieus te nemen. En om gebruik te maken van de technieken die we nu hebben, ook al horen we ze. En zien we ze. Ook al kunnen we ze over 20 jaar vast vervangen door iets slimmers.

      Volgens de laatste schattingen van het IPCC zal in 2100 de zeespiegel met 84 centimeter zijn gestegen als we de uitstoot van broeikasgassen niet verminderen. Er zijn ook prognoses die rond de 2 meter uitkomen met als argument dat het IPCC de laatste inzichten over smeltprocessen op Groenland en Antarctica onvoldoende heeft meegenomen. Shell ging 30 jaar geleden al uit van 2 meter zeespegelstijging met de bouw van haar boortorens.

      Beantwoorden
  4. Liesbeth Konink
    Liesbeth Konink zegt:

    Dag Aukje,
    Ik had in mij hele leven niet gedacht dat ik ooit een betoog tegen windmolens zou houden. Ik ben groot fan van de natuur en de stilte en daarom ben ik in 2005 op een hele stille berg in Frankrijk gaan wonen. In Nederland had ik een schone-energie- abonnement, ik ben vegetariër, vlieg niet en koop zo min mogelijk.
    Dus toen aan de overkant van de vallei de eerste windmolens werden gebouwd was ik niet tegen. Die bezwaren over geluidsoverlast vond ik nogal overdreven. Ik kom, net las jij, uit Noord-Holland en ben groot geworden met het geluid van zoevende wieken. Mijn beeld begon te schuiven toen ze er eenmaal stonden en ik buiten zat op een mooie zomeravond en dacht, ‘er komt steeds een vliegtuig over’. Het geluid is namelijk geen zacht zoeven van wieken maar een gevoel in je borst, een heel lage brom als van een remmend vliegtuig. Dat geluid valt hier extra op want hier komen nauwelijks vliegtuigen over.
    Jij schrijft dat we het horen en er ziek van worden omdat we er nu meer op letten. Ik lette er niet op maar ik werd er desalniettemin erg onrustig van ben nu gedwongen met ramen dicht te slapen. De boeren hier in de buurt hebben een claim ingediend omdat hun koeien minder melk geven. Ook die koeien letten er niet op.
    De bijzondere soort vleermuizenkolonie is verdwenen, net als een enorm stuk bos dat moest wijken voor het vervoer van de onderdelen er naartoe. Ze zijn geplaatst op een historische plek: een eeuwenoud pad dat ooit een smokkelroute was voor zout. Van dat pad is nu alleen nog een vervaagde foto op een informatiebordje te zien. En de overlast bestaat niet alleen uit geluid: waar het voorheen donker was is het nu een kermis van rode knipperlichten.
    Als de windmolens op volle capaciteit draaien, valt hier de stroom uit want het aftandse net is er niet op berekend. Er is door een onafhankelijke organisatie uitgerekend dat als hier de huizen goed geïsoleerd zouden worden dit meer opbrengt dan de windmolens kunnen leveren. En dan hebben we het nog niet gehad over de tonnen beton (een zeer milieu vervuilend materiaal) nodig voor de pijlers en de enorme afvalberg van afgedankte wieken die nu maar onder de grond worden gestopt omdat de recyclage heel duur is en tergend langzaam op gang komt.
    Toch komen hier steeds mee windmolens bij. Waarom? Investeerders krijgen door subsidie hun geld al voor het plaatsen terug. En dan moet de winst nog komen. Bovendien kunnen deze CEO’s zichzelf en hun bedrijf op de borst kloppen met deze vorm van greenwashing. Door deze subsidie wordt ook niet naar (betere) alternatieven gekeken. En die er zijn hier: isolatie, waterkracht, gebruik van daken voor zonne-energie en ook een ander model windturbines met een accu die energie kan opslaan. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Daarbij komt dat dorpen geld krijgen voor het gebruik van de grond. Het franse platteland is noodlijdend dus iedere bron van inkomsten is welkom.
    Iedereen weet dat het 5 voor 12 is en ik ben er helemaal voor dat we een alternatief moeten zoeken voor fossiele brandstof. Daarom had ik me, ondanks mijn groeiende bedenkingen, nog niet aangesloten bij een van de vele actiegroepen die hier inmiddels zijn ontstaan. Totdat er een nieuwe molens gepland werden in nota bene een Natura 2000 gebied: een zeer kwetsbaar gebied met allerlei bijzondere planten en dieren. Er ligt een vernietigende milieueffect rapportage en de (Deense) investeringsmaatschappij wimpelde dit af met de opmerking ‘dat ze een onderzoek zouden instellen naar de milieueffecten in de jaren na het bouwen’. Dit dédain deed mij besluiten om me bij de protestvereniging aan te sluiten. Een vereniging die voor het grootste gedeelte bestaat uit mensen die, net als ik, heus wel snappen dat we een omslag moeten maken en die bezorgd zijn over de toekomst van dit prachtige gebied.
    Ik vind het jammer dat bezwaren door milieuorganisaties (en ook door jou in je blog) worden weggewimpeld met argumenten als ‘als je er niet op let, heb je er ook geen last van’. Dat is aantoonbaar onjuist, het versterkt de tegenstellingen en daar wordt uiteindelijk de wereld niet beter van. Ook al kunnen we ze over 20 jaar wellicht vervangen door iets slimmers, de milieuschade is hier dan al gedaan. Want het Naturae 2000 gebied komt niet meer terug, het beton blijft in de grond en niemand hier kan ontmanteling betalen.

    Beantwoorden
    • Aukje van Bezeij
      Aukje van Bezeij zegt:

      Dag Liesbeth, dank voor je uitgebreide reactie. Laat één ding duidelijk zijn: ik ben niet voor windmolens in natuurgebieden. Dieren en bomen hebben geen energievraag. Daar zouden we in een grote boog omheen moeten. Ik ben er ook niet voor dat we de bouw van windmolens overlaten aan op winst gerichte bedrijven. Ik denk dat omwonenden te allen tijde de regie moeten hebben. En als het even kan de stroom. Een windmolen moet een voorziening zijn, geen winstmodel.

      Over het geluid van een straaljager kan ik niet oordelen. Ik heb andere ervaringen maar ik neem het van je aan. We zouden hotelkamertjes of B&B’s kunnen maken, naast windmolens, zodat we er allemaal een keer kunnen gaan slapen. En dan pas oordelen. Als we afzien van windmolens zullen we een alternatief moeten hebben.

      Je hebt gelijk, een windmolen plaatsen is niet zonder consequenties. Maar doorgaan met het winnen, transporteren en verbranden van kolen, olie en gas, is dat ook niet.

      Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook:

De beste gebiedsontwikkelaars wonen om de hoek – en bewoners zijn niet gek

Van vangnet naar springplank: duurzaam ondernemen in Zuidoost

Wij zijn OM-verhalen in je mail?