De nieuwe dorpsput – over torenhoge energierekeningen en samen energie opwekken
Steeds meer daken vullen zich met zonnepanelen. Steeds meer windmolens omringen de stad. Waar ze zouden kúnnen staan, zie je posters en banners: tégen windmolens.
Energie is hot.
Maar terwijl de energietransitie vorm krijgt en de opwek van lokale duurzame energie eindelijk op stoom komt, vliegen de prijzen van energie door het dak. Juist nu.
Zijn de stijgende energieprijzen dus de schuld van de energietransitie?
Nee, integendeel. Al 50 jaar weten we dat fossiele brandstoffen met de bijbehorende klimaatverandering rampzalig zullen uitpakken. En al jaren weten we welke gevolgen de gaswinning in Groningen heeft, én dat we te afhankelijk zijn van lieden als Poetin.
We zijn, kortom, te laat begonnen met duurzame alternatieven, waardoor we nu zijn overgeleverd aan de grillen van de markt.
Kan het anders?
Ja. Energie is in een land als Nederland een primaire behoefte. Net als water en zorg en scholing. Energie zou daarom geen commercieel product moeten zijn, waarmee slechts een handjevol grote multinational winst maken.
Dat hóeft ook niet meer. Met de huidige technieken en met de huidige bronnen, die overal om ons heen beschikbaar zijn, kunnen we ook praktisch overal energie opwekken. Hoe dichter bij huis, hoe minder energie je verliest, hoe efficiënter dat is. Met als bijkomend voordeel dat we ons meteen weer bewust worden van wat we verbruiken. En dat verbruik kan fors omlaag.
Is er dan genoeg lokale energie?
Ja, er is energie genoeg, maar om het op te wekken heb je installaties nodig. En die installaties die installaties nemen ruimte in, en geven soms overlast. Een dichtbevolkte stad zal, op dit moment, niet alle energie die het nodig heeft zélf kunnen produceren.
Maar we kunnen een eind komen. Met windmolens en zonnepanelen kunnen we onze eigen stroom produceren. Stroom kunnen we tijdelijk opslaan, bijvoorbeeld in de batterijen van onze elektrische (deel-)auto’s. Warmte die we in de zomer opwekken, kunnen we ondergronds opslaan voor de wintermaanden. Met warmtepompen kunnen we die warmte opwaarderen en naar onze huizen brengen.
Zelfs midden in de stad kunnen we energie opwekken: op onze daken, met onze gevels en in onze tuinen. Net zoals we op onze balkons onze eigen sla kunnen laten groeien.
Maar niet iedereen heeft een dak, of een tuin
Nee, en al helemaal geen tuin waar je een windmolen in kunt zetten. Overal in de stad zie je daarom dat bewoners de krachten bundelen, en coöperaties oprichten. Samen werken ze aan bijvoorbeeld zonnepanelen op schoolgebouwen of woonblokken. Omwonenden zijn samen eigenaar en de panelen leveren stroom aan lokale bedrijven en huishoudens.
Windmolens doen meer stof opwaaien. Windmolens nemen op de grond maar weinig plek in en ze wekken veel energie op. Maar ze hebben een grote impact op hun omgeving. Je ziet ze en je hoort ze. Daar moet wat tegenover staan. En daar kán wat tegenover staan; namelijk goedkope stroom voor wie in de directe omgeving van de windmolens woont. Met de huidige energieprijzen is dat ineens een groot voordeel.
Tot slot zijn er steeds meer bewoners die plannen maken om op wijkniveau warmte op te wekken. Bewoners van het WG-terrein oogsten vanaf 2023 de warmte die de zomerzon achterlaat in het grachtenwater. In Zuidoost maken bewoners een plan om van etensresten en riool groen gas te maken. In het Ramplaankwartier in Haarlem gaan bewoners met thermische panelen de zomerhitte benutten.
Gaat dat niet veel te langzaam?
Nog wel. De koplopers doen álles voor het eerst en lopen aan tegen een muur van oude wetten en regels. Maar projecten en wijken die volgen krijgen het makkelijker en kunnen afkijken en kopiëren. Energiecoöperatie KetelhuisWG legt het hele proces vast in een uitgebreid en helder geschreven logboek: Planken zonder gas.
Tussen wijken onderling is geen concurrentie. Coöperatieve windmolens en zonnepanelen kunnen stroom gaan leveren aan de wijkwarmtepompen. Lokale warmtesystemen kun je aan elkaar koppelen voor meer flexibiliteit en solidariteit tussen wijken onderling.
Als we er samen de schouders onder zetten, is dat niet alleen efficiënter, het is vooral ook leuk. Alle duurzame initiatiefnemers merken dat de wijk hechter wordt. Of zoals Ted Zwietering van het WG-terrein het zegt: ‘Het sociale proces, met elkaar dit doen, dat geeft misschien nog wel het meeste plezier.’
De nieuwe waterputten op het dorpsplein
Buurtzonnedaken, de buurtwindmolen, het buurtwarmtesysteem, ze zijn de nieuwe waterputten op het dorpsplein: bronnen die je samen deelt en waar je samen voor zorgt. Rondom die bronnen kom je elkaar tegen. Gesprekken zullen niet meer gaan over torenhoge energieprijzen. Energie wordt niet gratis, maar we gaan betalen wat het kost. Niet meer dan dat.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!