Hoe de muziekjuf ons de weg wijst naar een duurzame samenleving
Mijn dochter is twaalf en speelt dwarsfluit. Ze is niet uitzónderlijk getalenteerd op de wereld gekomen, en ik ben geen tijgermoeder. Toch stond ze in haar jonge leven al vaker op een podium dan ik in mijn hele jeugd, en speelt ze beter dan ik het ooit nog ga leren. Dat zit zo: ze krijgt les van een Suzuki-juf. De Suzuki-methode leert kinderen luisteren en spelen op gehoor. Of zoals de Britten het zeggen: by heart. Ze spelen elke dag en ze herhalen. Over de hele wereld spelen ze dezelfde stukken, dus zet ze bij elkaar en ze spelen samen.
De overgang naar een duurzame samenleving vraagt ook om oefening, het aanleren van nieuwe technieken kunnen samenspelen.
Wat bedoel je met een duurzame samenleving?
Genoeg, voor iedereen, voor altijd. Wie troep maakt, ruimt dat ook weer op. Wie het land bewerkt, geeft dat even vruchtbaar weer door. Het klinkt allemaal zó logisch – en toch doen wij wat anders. Met wat we kopen en eten en ons verbruik van fossiele energie dragen we met z’n allen bij aan een bijna onherstelbare roofbouw van onze aarde. We vallen met z’n allen op de taart aan, en laten nog wat kruimels over voor onze kinderen. En de afwas.
Waarom doen we dat?
Genoeg, voor iedereen, voor altijd, las ik eens en ik schreef het over. Het is zoiets als, je bewerkt het land en geeft dat even vruchtbaar door aan de volgende generatie. Logisch, zou je denken. En toch, wij doen wat anders. Met wat we kopen en eten en ons verbruik van fossiele energie dragen we met z’n allen bij aan een bijna onherstelbare roofbouw van onze aarde. We vallen met z’n allen op de taart aan, en laten nog wat kruimels over voor onze kinderen. En de afwas.
Waarom doen we dat?
Al die beelden van oceanen vol plastic soup, we scrollen door, we kunnen er niet meer naar kijken. Berichten over uitstervende diersoorten, we kunnen het niet meer horen. Dat we onze kinderen met een onzekere toekomst opzadelen, we moeten er niet aan dénken. En dus denken we er niet aan. Maar daarmee lossen we het probleem niet op.
Het probleem is té groot. En wij voelen ons té klein om daar invloed op te hebben. Onterecht, oordelen klimaatwetenschappers en klimaatjournalisten als Jelmer Mommers die onlangs zijn boek Hoe gaan we dit uitleggen? schreef.
Met wat we zelf doen, kunnen we veel veranderen.
Hoe?
Met elke euro die je uitgeeft, kan ook jij, elke dag weer, het verschil maken. Je hóeft namelijk niet met het vliegtuig naar de Rockey Mountains, je kan ook met de trein naar de Alpen. Je hóeft geen vlees te eten, een groentewok is ook lekker. Het grootste verschil maak je door je euro helemaal niet uit te geven, aan made in China’s die je helemaal niet nodig hebt.
Met elke kleine keuze kun je bijdragen aan een duurzamere wereld, zegt ook het IPCC in haar laatste rapport.
Every action matters
Every bit of warming matters
Every year matters
Every choice matters
Je biefstuk inruilen voor een wortel, dat maakt toch geen verschil?
Het is een klein verschil, maar je maakt wél een verschil.
Wie 100 gram, oftewel een paar plakjes runderrookvlees laat staan, voorkomt de uitstoot van 3.5 kilo CO2: dat stoot de gemiddelde Nederlandse personenauto uit als hij 30 kilometer rijdt. Het is de hoeveelheid CO2 die één boom in één jaar weer kan opnemen.
CCO2 in de dampkring kun je je namelijk voorstellen als water in een bad. Als je wilt voorkomen dat het bad overstroomt, is elke druppel minder er één.
Wat ook helpt: je bent niet alleen. Denk aan de beelden van de wereldwijde klimaatstakingen met miljoenen kinderen, ouders en grootouders die straten en pleinen vullen. Je maakt onderdeel uit van een wereldwijde, groeiende beweging, een positieve beweging die kiest voor een mooiere, want duurzame wereld.
Een mooiere wereld, zonder steak en vliegreisjes?
Meer OV en meer groente op het bord is niet voor iedereen vooruitgang. Verandering gaat gepaard met verlies, maar er komt ook iets voor terug. Zoals een wereld waarin onze kinderen weer kunnen dromen over de toekomst van hun kinderen. Of voor wie dat te wollig vindt: eigen, schone energie maakt ons onafhankelijker. Meer elektrische (deel-)auto’s zorgen voor minder stikstof, stank en herrie. Als we minder vliegen, verminderen we ook het onze steden verstikkende massatoerisme. En het is niet gezegd dat we nooit meer kunnen vliegen: technologische ontwikkelingen gaan snel, vooral als we duidelijk met elkaar afspreken waar het naartoe moet.
We kunnen het best
Het zijn die hoopvolle beelden die we voor ogen moeten hebben. Onderweg zullen we veel oud, vertrouwd moeten loslaten en nieuwe dingen moeten leren. Dat is lastig maar niet onmogelijk, weet mijn dochter al op twaalfjarige leeftijd. Het vraagt wél om een dagelijkse inspanning. Het nieuwe geluid zullen we steeds opnieuw moeten laten horen en herhalen, net zo lang tot ook wij moeiteloos kunnen samenspelen.
Het is nog niet te laat.
We kunnen het best.
Uit ons hart.
PS: De muziekjuf is Gerda Thorn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!