Stalen woonschip
Tekst: Aukje van Bezeij
‘Als het bij ons kan, kan het overal’
‘Ik sliep met een muts op, en een coltrui aan’, vertelt Ingeborg. Ingeborg en haar man Renze verbruikten op hun woonschip zó veel gas, dat ze in een groot deel van het schip de verwarming niet meer aanzetten. Ze schaamden zich voor hun grote verbruik. ‘Als je op het water woont sta je in direct contact met de natuur, je ziet het plastic voorbij drijven. De connectie tussen je eigen doen en laten en de aardbol is vrij direct.’
Hoe breng je je gasvraag terug?
Isoleren
Na hun eerste koude winter gaan Ingeborg en Renze hun boot isoleren. De dakbekleding – die net nieuw was – trekt Renze er eigenhandig weer uit. Tegen de wanden en het plafond komt een dikke laag PUR. De vloer krijgt aan de onderkant een laag glaswol. Vies spul? Ja, ‘maar op een boot, met veel condens, konden we niets anders verzinnen.’
Want tocht- en vochtdicht is de boot nog lang niet. Vooral op dagen dat de koude regen langs de ramen sijpelt, raakt het schip zijn warmte nog steeds veel warmte kwijt. Het is namelijk een oude Duitse rondvaartboot, met maar liefst 54 ramen, waarvan 26 grote kijk-ramen. Het zou een vermogen kosten om die te vervangen of van dubbel glas te voorzien.
Optimaliseren
En dus is het ook belangrijk om de warmte zo efficiënt mogelijk te benutten. De buizen van de vloerverwarming liggen te ver uit elkaar liggen om het in de winter goed warmt te krijgen. Daarom komen er convectoren bij. Kleine ventilatoren, die je aan de onderkant van de convectoren vast klikt, zorgen ervoor dat de warmte zich optimaal verspreidt.
Eigen warmte maken
En dan durven Renze en Ingeborg te dromen van de volgende stap: zelf warmte maken met een warmtepomp. Maar de vraag is of dat kan. Een gasketel brengt het water in je verwarmingssysteem moeiteloos naar een temperatuur van 80 graden. Een warmtepomp komt maar net tot de helft. Redden ze het daarmee?
Ingeborg en Renze gaan het een winter lang testen. Ze breng de temperatuur van het verwarmingswater terug tot 35 graden en houden in een excelsheetje alles bij: de weersomstandigheden, de buitentemperatuur, de binnentemperatuur, de temperatuur van het water door de verwarmingsbuizen en nog veel meer. Het is ‘een onderzoek met zo veel variabelen, dat het niet meer wetenschappelijk is’, lacht Ingeborg. ‘Maar de uitkomst is dat het zou moeten kunnen.
Renze nuanceert: ‘Je zit op de randen van waar de apparaten voor bedoeld zijn en niemand kan je vertellen wat er op zo’n stalen boot gaat gebeuren. Dus is het een gok.’ Wat helpt om die gok te wagen, is hun huwelijkscadeau: een hoog rendement houtkachel. ‘Een back-up voor de koudste dagen.’
Welke warmtebron?
Dan volgt een zoektocht naar de ideale warmtebron en warmtepomp. Aardwarmte valt af, voor wie woont op het water. Ook trillende ventilatoren om warmte uit de lucht te halen, lijken een slecht idee, op een stalen boot. Water is de meest aantrekkelijke bron, want volop aanwezig. En, op écht koude dagen, is de temperatuur van water hóger dan die van lucht. Een nadeel, vinden Ingeborg en Renze, is dat er slangen of platen in het water hangen. Die moet je om de zoveel tijd schoonmaken.
Dat er nóg een alternatief is, ontdekken ze op de buitenexpositie Fabcity, op de kop van Java-eiland. Ze zijn uitgenodigd om een borrel te komen drinken bij Tiny Tim: een zelfvoorzienend huisje, met op het dak panelen van Triple Solar. Het zijn grote platen die warmte uit de lucht halen. Omdat ze voorzien zijn van zonnecellen kunnen ze óók elektriciteit opwekken. ‘Er trilt niets, er hangt niets in het water, het zit gewoon allemaal aan boord. Ze leveren zowel warmte als elektriciteit.‘
Renze en Ingeborg kiezen vervolgens voor een modulerende pomp: die produceert zo veel warmte als nodig. Omdat hij de warmte direct aan de verwarmingsbuizen levert, is een buffervat niet nodig: dat scheelt al snel zo’n 1.000 liter aan ruimte en gewicht.
Lekker warm, zonder schuldgevoelens
Inmiddels hebben Renze en Ingeborg hun eerste winter achter de rug. Als ze ’s ochtends wakker worden is het gewoon lekker warm. En tot opluchting van Ingeborg, zijn ze niet meer de hele dag bezig met energie besparen.
Nou ja, op die twee weken na, als het buiten min 20 graden is. Uit angst dat de warmtepomp te veel stroom vraagt, doen Ingeborg en Renze, voor de zekerheid, de verwarming uit. Dit keer, om niet te veel stroom te gebruiken. In het woongedeelte is de houtkachel aan. In de slaapkamer is het weer ouderwets koud. De muts gaat weer op.
Was dat een tegenvaller? Nee. ‘We vonden het eigenlijk wel knus’, zegt Ingeborg ’en je weet weer hoe onmisbaar verwarming is, en hoe bijzonder het is, dat je dat je huis dat nu helemaal zelfstandig kan.’
Publicatie
‘Als het bij ons kan, kan het overal’, is gepubliceerd in Vlot Magazine, juni 2018, p.26-27/40