2 onder 1 kaswoning

Tekst: Aukje van Bezeij

‘Wat goed is voor een tomaat, is goed voor de mens.’

10 jaar hebben ze het concept al in hun hoofd zitten. Op een zelfbouwkavel in de Buiksloterham hebben architect Thomas Dill en constructeur & ontwerper Gerald Lindner hun droom nu gerealiseerd. Een zelfbedacht, zelfgebouwd 2-onder-1-KasHuis. In de basis low-tech, energiezuinig en -opwekkend, licht en lucht ademend en uiteindelijk, met seizoensopslag.

Twee gezinnen onder één kas

Dat twee gezinnen onder één kas trekken heeft onder andere met de beschikbare middelen te maken. Dat halveert immers de kosten. Maar de 220 m2 bvo die er te verdelen valt voor wonen én werken, is ruim voldoende. Zeker gezien het feit dat de bewoners daar het grootste deel van het jaar 90 m2 bij op kunnen tellen. Elke verdieping heeft namelijk ook nog 2 tot 3 terrassen en de bovenste verdieping is één groot kasterras.

Gerald: ‘De niet verwarmde semibuitenruimtes, tellen niet mee als bvo maar daar is het 8 maanden van het jaar minimaal 18ºC. Ook als je er niet leeft en de glazen wanden gesloten houdt, zie je ze wel. Door de binnenruimtes direct aan de semibuitenruimtes te laten grenzen ontstaan er ruimtelijkheid en mooie zichtlijnen.’

Een low-tech klimaatmachine

‘Zo’n kas is bovendien één grote low-tech klimaatmachine’ vult Thomas aan. ‘Het glas vormt een warmteschil rond je woning. Je verwarming hoeft veel minder vaak aan. Dat scheelt zo’n zo’n 36% aan energiekosten’.

De kas is voorzien van zonnecellen en vacuümbuizen en wekt zo ook elektriciteit op en warmte voor tapwater en verwarming. Een kortetermijn-buffervat van 500 liter slaat deze warmte op. Voor de drie maanden in het jaar dat dat voor verwarming onvoldoende is, komt er in de kelder nog een langetermijn-buffervat en een warmtepomp. In het buffervat komen PCM-ballen (zoutopslag) of water dat tegen het vriespunt wordt gebracht.

Wordt het niet veel te warm?

Wanneer je niets aan zonwering zou doen, ja, dan kan het boven in deze kas wel 60 graden worden. ‘Maar je wil er niet aan denken dat zoiets ooit gebeurt en het gebeurt ook niet’, zegt Thomas. ‘Voor de zonwering maken we gebruik van technieken uit de kassenbouw.

De computer stuurt voor een groot deel het binnenklimaat aan, met bijvoorbeeld zonwering en het open zetten van dakramen. Wat goed is voor een tomaat is ook goed voor een mens. Maar anders dan bij door anderen bedachte balansventilatie, kan je het in een kaswoning zelf regelen. Je zet zélf de deuren open’.

Op veel plekken valt het licht diffuus, getemperd en gefilterd binnen, door kasdoeken, planten. Maar ook door de in het ontwerp geïntegreerde zonnecellen en en vacuümbuizen. Die cellen en buizen wekken niet alleen energie op, ze dragen ook bij aan privacy en zonwering.

Net lego

Trots zijn de makers ook op de houtconstructie. “Houtskeletbouw vonden we te weinig flexibel en daarom te beperkend” zegt Gerald. “We hebben er voor gekozen om het zelf te doen: massief houten vloeren en kolommen hebben we aan elkaar geschroefd.

Met trekstangen is het aantal benodigde schroeven flink teruggebracht. In minder dan twee weken heeft de aannemer (GHD Bouw) het opgezet. Je haalt het ook zo weer uit elkaar.”

(Naar) Nul op de Meter

Het huidig installatieconcept wordt momenteel doorgerekend. Waarschijnlijke uitkomst is dat de energiebehoefte van het system rond de 1500 kWh per jaar komt te liggen, met een warmtebehoefte van 13.000 kWh per jaar – een COP van bijna 9.  Met 2 extra rijen pv komen de 2 appartementen op of over de nulgrens.